Wat komt er kijken bij met pensioen gaan? Hoeveel inkomen kan je verwachten? Wat is wijs om te doen met een lijfrente? Hoe kan je optimaal genieten van je pensioen? We hebben de informatie hieronder overzichtelijk voor je verzameld wat je helpt om een beter inzicht te krijgen in de mogelijkheden bij pensioneren, slimmer keuzes te kunnen maken en zorgt ervoor dat je meer geld te besteden hebt wat je kan inzetten om gelukkiger te worden. 

AOW
Iedereen die na 30-4-1954 geboren is krijgt de AOW pas op 67 jaar of later. Als je eerder geboren bent maar nu nog geen AOW ontvangt dan val je onder de overgangsperiode en zal de AOW starten tussen de 65- en 67-jarige leeftijd. De hoogte van de AOW bedraagt per 1-1-2016 € 767,39 bruto per maand als je een partner hebt en € 1.059,56 bruto per maand als je alleenstaand bent. Als je de volledige 50 jaar voor je AOW-leeftijd in Nederland hebt gewoond dan krijg je deze bedragen. Voor ieder jaar dat je hiervan in het buitenland hebt gewoond gaat er 2 % af, tenzij je toen vrijwillig de AOW-premie hebt doorbetaald.

Pensioen
Naast de AOW ontvangen de meeste Nederlanders een pensioen dat is opgebouwd bij een werkgever. Hiervoor kan je meestal kiezen of de uitkering start op 65-jarige leeftijd of op de AOW-leeftijd. Vaak is eerder of later ook mogelijk. Bij een latere start van de uitkering moet normaal gesproken wel aangetoond worden dat je nog werkt. Hoe later de uitkering start, hoe hoger deze in de regel zal zijn. De meeste mensen ontvangen levenslang dezelfde pensioenuitkering. Dat wordt later niet meer of minder. Bij pensioenfondsen is het wel mogelijk dat het in de toekomst gekort wordt en de uitkering dan opeens lager wordt. Bij sommige pensioenen kan de uitkering ook geïndexeerd worden en daarmee juist hoger worden. Bij de meeste pensioenuitkeringen is er de mogelijkheid om te kiezen voor een variatie in de uitkering, bijvoorbeeld dat je de eerste vijf jaar een hoger bedrag ontvangt en daarna een lager bedrag. Dit kan goed uitkomen als bijvoorbeeld je hypotheek nog vijf jaar doorloopt en daarna wordt afgelost. Als je een pensioen hebt op basis van een beschikbare premieregeling dan is het goed om te weten dat je vaak zelf kunt kiezen door welke pensioeninstelling je het pensioen laat uitkeren. Je kan dan het bedrag opvragen en overhevelen naar een andere partij die mogelijk een hoger bedrag per maand uitkeert.

Lijfrente
Veel mensen hebben zelf ook gespaard voor hun pensioen in de vorm van een lijfrente. Dat geeft bij pensioneren een extra uitkering. De bedoeling van een lijfrente is dat dit een periodieke uitkering geeft. Het gespaarde bedrag wordt niet in één keer uitgekeerd, maar verdeeld over een aantal jaren. Je kan binnen de beschikbare mogelijkheden zelf kiezen over hoeveel jaren dit verspreid wordt. Vaak is het minimum 5 jaar. De meest gemaakte keuze is een levenslange uitkering. De verzekeraar loopt dan het risico als je langer dan gemiddeld leeft. Bij lijfrentepolissen die al meer dan 25 jaar lopen is er soms wel de mogelijkheid om het bedrag in één keer uit te laten keren. Ditzelfde geldt voor een lijfrentepolis waarvan de waarde lager is dan € 4.242.

Als je kiest voor een uitkering verspreid over een aantal jaren dan biedt een bank vaak een hogere uitkering dan een verzekeraar. Bij een uitkering via een bank is automatisch ook geregeld dat bij overlijden het bedrag beschikbaar komt voor de nabestaanden. Die krijgen dan automatisch de resterende uitkeringen. Een levenslange uitkering kan je alleen regelen via een verzekeraar. Daarvoor moet dan specifiek de keuze gemaakt worden wat er gebeurt met het restant bedrag na overlijden. Als je een partner hebt dan is gebruikelijk dat de uitkering voor 70 % doorloopt zolang hij of zij leeft. Er is ook de mogelijkheid dat het restant bedrag naar de kinderen gaat als je komt te overlijden en je hebt geen partner.

De meeste mensen starten met de uitkering van een lijfrente als ze met pensioen gaan. Het is ook mogelijk om eerder te starten. Wel moet de uitkering dan verdeeld worden over minimaal 20 jaar + de jaren tot aan de AOW-leeftijd of moet gekozen worden voor een levenslange uitkering. Alleen voor lijfrentepolissen waarbij de waarde is opgebouwd voor 2006 is het soms mogelijk om te kiezen voor een kortere periode. Een latere start van de uitkering is altijd mogelijk, tot maximaal het kalenderjaar waarin je 5 jaar AOW hebt ontvangen. Het levert vaak belastingvoordeel op om pas te starten met de uitkering in het kalenderjaar nadat je de AOW-leeftijd hebt bereikt.

Je kan zelf kiezen bij welke bank of verzekeraar je het bedrag laat uitkeren. Dit hoeft niet dezelfde partij te zijn als waar de lijfrente nu loopt. Zij zijn verplicht om op jouw verzoek dit bedrag over te hevelen naar een bank of verzekeraar van jouw keuze. Doordat iedere bank of verzekeraar met andere rentes en kosten werkt verschilt de hoogte van de uitkering waardoor het zinvol is verschillende aanbiedingen te vergelijken. Kies degene die het meeste biedt! Heb je de lijfrente uitkering niet elke maand nodig? Per kwartaal of zelfs per jaar laten uitkeren kan gunstiger uitpakken dan een uitkering per maand.

Als je verschillende lijfrentes hebt dan kan je er voor kiezen om deze samen te voegen bij één bank of verzekeraar. Dan krijg je overzichtelijk één keer per maand (of kwartaal of jaar) een uitkering. Het bespaart ook kosten zodat het meer oplevert om het samen te voegen. Als de totale waarde van je lijfrente(s) meer is dan € 100.000 dan is wel een voordeel van spreiden over verschillende banken dat je hierdoor meer garantie hebt. Bankspaartegoeden tot € 100.000 vallen namelijk onder het depositogarantiestelsel en zijn daardoor gegarandeerd als de bank failliet zou gaan. Tegoeden bij een verzekeraar kennen deze garantie niet. Verzekeraars staan wel onder toezicht van De Nederlandse Bank die hen controleert op financiële stabiliteit.

Belasting na de AOW-leeftijd
Zodra je AOW ontvangt, hoef je geen AOW-premie meer te betalen. Dat scheelt 17,9 % over de eerste € 33.715. Tot aan een bruto inkomen van € 19.922 betaal je dan nog maar 18,65 % belasting en tussen de € 19.922 tot aan € 33.715 is dat 22,50 %. Daarboven betaal je wel het normale tarief van 40,40 % en boven de € 66.421 zelfs 52 %.

Veel gepensioneerden ontvangen van verschillende partijen een uitkering. De AOW van de SVB, een pensioen vanuit het pensioenfonds, een lijfrente van een bepaalde verzekeraar, etc. Al deze instanties weten alleen wat zij aan jou uitkeren en niet wat je in totaal ontvangt. Vaak rekenen ze allemaal over de eerste € 19.922 het tarief van 18,65 %. Hierdoor ontvang je een hogere uitkering dan waar je recht op hebt. Bij het invullen van de jaarlijkse belastingaangifte zal dit dan worden gecorrigeerd. Het verschil moet je dan zelf betalen aan de belastingdienst. Zit je niet te wachten op jaarlijks een dergelijke naheffing? Dan kan je bij de belastingdienst een voorlopige aanslag aanvragen en betaal je per maand al een bedrag aan de fiscus. Soms stelt de belastingdienst dit ook automatisch al voor.

De lagere belastingtarieven die gelden vanaf de AOW-leeftijd worden niet exact vanaf die datum gerekend. In het jaar dat je voor het eerst AOW ontvangt, geldt namelijk een speciaal belastingtarief over het totale inkomen van dat jaar. Dat tarief is afhankelijk van de maand waarin je AOW ingaat en wordt berekend op basis van het aantal maanden dat je wel en het aantal maanden dat je geen AOW-premie meer verschuldigd bent. Hierdoor levert het belastingvoordeel op om uitkeringen zoals een lijfrente pas te laten starten in het kalenderjaar nadat de AOW is ingegaan.

Als je de AOW-leeftijd hebt bereikt heb je ook recht op ouderenkorting. Dit is vooral interessant als je alleenstaand bent of als je inkomen lager is dan € 35.949. Als je alleenstaand bent bedraagt deze korting € 436 per jaar. Als je een partner hebt bedraagt deze korting € 1.187 als je inkomen lager is dan € 35.949 en € 70 als je inkomen daarboven ligt. Deze korting wordt vaak verrekend met je pensioeninkomen en is in het programma van de belastingdienst automatisch ingeregeld.

In Nederland is er recht op zorgtoeslag en huurtoeslag als je in aanmerking komt voor de voorwaarden hiervoor. Eén van de voorwaarden hiervoor is dat je inkomen niet te hoog is. Als door pensionering je inkomen lager wordt kan het zijn dat je nu wel in aanmerking komt voor een dergelijke toeslag. Dit moet je dan zelf aanvragen. Dat kan op: www.toeslagen.nl.

Doorwerken na pensioneren
Je kan er voor kiezen om (deels) door te blijven werken, ook als je de AOW-leeftijd al hebt bereikt. Dit kan bij dezelfde werkgever als die dat ziet zitten, bij een ander bedrijf of als ondernemer. De AOW ontvang je los van het feit of je een ander inkomen hebt. De AOW premie hoef je ook niet te betalen over het inkomen dat je verdient als je door blijft werken. Als je totale pensioeninkomen lager is dan € 33.715 betekent dit dat je minder belasting hoeft te betalen over het inkomen dat je ontvangt als je door blijft werken.

Arbeidsrechtelijk gelden er verschillen tussen mensen in loondienst die de AOW-leeftijd wel of niet hebben bereikt. De verplichting dat een werkgever loon moet doorbetalen bij ziekte is voor werknemers die de AOW-leeftijd hebben bereikt beperkt tot zes weken in plaats van twee jaar. Er geldt na het bereiken van de AOW-leeftijd geen verzekering meer bij werkloosheid of arbeidsongeschiktheid. Hierdoor hoeft de werkgever hier geen premies voor te betalen, maar jij ontvangt geen uitkering meer vanuit de overheid als je na de AOW-leeftijd werkloos of arbeidsongeschikt raakt. De regels rondom het minimumloon gelden voor alle leeftijden.

Vaak eindigt de arbeidsovereenkomst bij het bereiken van de AOW-leeftijd. Als je door wilt blijven werken bij dezelfde werkgever dan is het vaak praktisch dat hier een nieuwe arbeidsovereenkomst voor komt. Als je door blijft werken na je AOW-leeftijd dan verschilt het per situatie of je nog extra pensioen opbouwt tijdens deze periode. Dit hangt af van de inhoud van de pensioenregeling, de hoogte van jouw pensioen ten opzichte van je laatste inkomen en afspraken die jullie maken in de nieuwe arbeidsovereenkomst.

Hoe zet je extra geld in om gelukkiger te worden?
Geld kan gebruikt worden om ingrediënten te kopen die meer geluk geven. Denk aan betere voeding, mooiere spullen en het kunnen uitbesteden van werkzaamheden die je minder leuk vindt. Toch zijn mensen met meer geld lang niet altijd gelukkiger dan mensen met minder geld. Onderzoek toont aan dat dit komt omdat mensen geneigd zijn om een verkeerde voorspelling te maken van wat hen gelukkig zal maken, hoe gelukkig het hen zal maken en hoe lang dat geluk zal blijven. Vaak wordt daarom geld besteed aan manieren die falen om geluk te maximaliseren. Hieronder volgen drie tips hoe geld besteden vaak wel tot meer geluk leidt.

1. Koop geen dingen maar ervaringen. Mensen kunnen zich enorm snel aanpassen aan  materiële zaken. Voordat je het weet ervaren we deze nieuwe dingen als gewoon of vanzelfsprekend. Een herinnering van iets dat we ervaren hebben, blijft een bron van genieten. Ervaringen zijn sterker verbonden met onze identiteit waardoor we hier vaker aan terug denken.

2. Betaal nu en consumeer later. Tegenwoordig kunnen we sneller dan ooit onze verlangens vervullen zonder daar direct voor te hoeven betalen. Dit ondermijnt het welzijn van mensen op twee belangrijke manieren. Ten eerste ontstaat er korte termijn gedrag waardoor de gevolgen voor de lange termijn niet overzien worden. De tweede is dat dit je verlangen of verwachting wegneemt. Ergens naar uitkijken is juist een ‘gratis’ bron van geluk. Alhoewel terugkijken positieve herinneringen oproept, laat onderzoek zien dat vooruitkijken sterkere emoties kan oproepen. Positieve gebeurtenissen die nog moeten komen geven een beter gevoel dan dezelfde gebeurtenis in het verleden. Vertraagd consumeren zorgt er ook voor dat mensen meer kiezen in de richting van langdurig welzijn. Direct consumeren is namelijk veel meer gelinkt aan het toegeven aan verleidingen. Stap je over deze verleidingen heen dan worden er verstandigere keuzes gemaakt.

3. Gebruik je geld in het belang van anderen in plaats van jezelf. Mensen zijn sociale wezens. Sterke sociale relaties zijn een belangrijke factor in ons geluk. Het is bewezen dat het je gelukkiger maakt als je je geld gebruikt in het belang van anderen in plaats van jezelf.